WAT IS DAT CAPACITEITSTARIEF NU EIGENLIJK ?
Tot op heden worden je netwerkbijdragen berekent op kWh, ttz. 100 % op je verbruik. VREG heeft echter reeds in 2020 een voorstel gedaan om de netwerkbijdragen anders te gaan berekenen : 80 % op het maximale vermogen dat je afneemt in een kwartier / per maand (dat is het gecombineerd vermogen van alle toestellen die tegelijkertijd aanstaan) en 20 % op je verbruik (wat je werkelijk afname van het netwerk is gedurende een jaar). Voor het gedeelte capaciteitstarief wordt een gemiddelde gemaakt van je laatste vermogenskwartierpieken van de laatste 12 maanden.
Dit gebeurt natuurlijk niet zomaar. VREG en de Overheid sturen ons al jarenlang naar een verdere omschakeling van fossiele naar elektrische energie, met als gevolg dat er een grotere vraag naar elektriciteit zal ontstaan. Hiermee hopen zij netwerkinvesteringen uit te stellen of te vermijden en toekomstige investeringen te financieren.
WAAROM DAN EEN NIEUWE BEREKENINGSMETHODE ?
Simpelweg omdat dit meer inkomsten genereert voor de DistributieNetwerkBeheerder (Fluvius). VREG geeft dit zelf toe in haar toelichting bij cons 2020-03 (Tariefmethodologie 2021-2024) te kijken (tussen minuut 42:33 en minuut 42:52). Oorspronkelijk stelde de VREG de verhouding 75%/25% voor, maar naar aanleiding van de opname van de transmissiekosten hebben zij die verhouding gewijzigd naar 80%/20% . VREG stelt zelf vast dat de component Capaciteitstarief meer inkomsten genereert, als ze die verhogen (aangezien zij met een stijging van deze component ook de transmissiekosten deels kunnen dekken).
Hieruit kan men dus besluiten dat Capaciteitstarief niet veel te maken heeft met het sturen van verbruik, maar veel meer met hogere inkomsten voor Fluvius.
WAT ZIJN DE GRONDSLAGEN VOOR DIT CAPACITEITSTARIEF?
VREG gaat uit van eerdere studies, die ondertussen niet meer aansluiten bij de realiteit. Zij nemen een gemiddeld gezin dat 3500 kWh per jaar verbruikt en een maximum vermogenspiek heeft per kwartier van 3,15 kW (dat is je verbruik per kwartier bij Fluvius die je zelf dan nog eens X 4 omdat Fluvius het veld vermogen nog niet heeft bijgevoegd in “mijn Fluvius”. Doordat we ondertussen met z’n allen meer op elektrische toestellen overschakelen (verwarming, warm water, koken, elektrische fietsen/auto’s, enz.) is dit gegeven niet meer actueel. VREG geeft nergens aan welke energiedragers gebruikt worden voor sanitair water, koken, bijverwarming, enz., noch de isolatiegraad en het type van de woning, in rekening genomen werd. Bovendien duwen de Overheid en VREG ons steeds verder in de richting van een nog hoger elektriciteitsverbruik door de actieve promotie van de elektrische wagens, waardoor dat gemiddeld gezin, waarvan VREG uitgaat voor het capaciteitstarief, niet meer overeenkomt met de realiteit.
Voor de analoge meter wordt een forfait voorgesteld van 2,5 kW, wat inhoudt dat je dat niet kan overschrijden en dus nooit in een hogere schijf kan vallen. Voor de Digitale Meter wordt er met een effectieve vermogens-kwartierpiek gerekend van 3,15 kW,waarbij je ongeveer hetzelfde blijft betalen aan netwerkkosten, die je echter wel kan overschrijden en waardoor je dus in een hogere schijf valt en wel meer zal betalen. Dit op zich is een discriminatie, in die zin, dat wij geen invloed hebben op het feit dat Fluvius wel of niet een piek kan registreren. Wij pleiten dan ook dat het invoeren van het capaciteitstarief pas kan, op het moment dat iedereen een DM heeft, want nu is er een discriminatie. Vermits in de nabije toekomst iedereen een Digitale Meter zal hebben, zal dit ervoor zorgen dat voor iedereen de eindfactuur zal stijgen.
WAAROM ZAL DE FACTUUR STIJGEN ?
Na twee maanden testen kom ik tot de vaststelling dat de kwartier-vermogenspiek bewust gekozen is om er voor te zorgen dat je altijd door het vastgelegde minimum van 3,15 kW gaat, iedere week, iedere maand. (ik ken niemand die enkel een oven gebruikt) en wordt er eveneens uitgegaan wordt van energiezuinige toestellen van de laatste generatie, wat een utopie is en voor de meeste mensen een bijzonder grote investering zou teweeg brengen.
Europa legt op dat het verbruik per kwartier gemeten moet worden, maar NIET dat er een capaciteitstarief moet zijn en al evenmin dat dit op basis van een kwartier berekend moet worden. Dat is een éénzijdige keuze van VREG. Zij zouden net zo goed kunnen kiezen voor een uurvermogenspiek (of zelfs een twee-uurs-vermogenspiek). Nergens wordt onderbouwd waarom dit een kwartiervermogenspiek zou moeten zijn.
Door met een uur- of twee-uurs-vermogenspiek te werken, zou het effect van toestellen die we niet kunnen controleren (bv. koelkast en diepvries) beter uitgevlakt worden en is het veel realistischer om zelf je verbruik te spreiden.
WAT IS DE INVLOED VAN DE PIEK OP MIJN NETWERKKOSTEN ?
Nergens heb ik een concreet gegeven kunnen vinden wat de invloed of je netwerkkosten is, als je onder de piek van 3,15 kW kan blijven, noch wat de invloed is, als je deze piek overschrijdt. Kort gezegd, hoe wordt de piek naar reële kosten vertaald ? Volgens bronnen binnen het Vlaams Parlement zou het echter over een lineaire verhoging gaan. Dus iemand die een vermogenspiek veroorzaakt van 6 kW zou dus het dubbele betalen van iemand die een vermogenspiek van 3 kW veroorzaakt voor het aandeel capaciteitstarief van de netwerkkosten (dat is 80 % van je totale netwerkkosten). Eén hogere vermogenspiek in een maand blijf je wel de volgende 12 maanden meedragen in je gemiddelde maandpiek, die als basis dient voor de berekening van jou capaciteitstarief.
CONCLUSIE
De Vlaamse Overheid, VREG, Fluvius en de energieleveranciers hebben al jarenlang een gezamenlijke campagne opgezet bij alle verbruikers van elektriciteit om meer en meer over te schakelen naar elektrische toestellen voor alle doeleinden. Daarnaast is achter de schermen een tariefstructuur uitgewerkt die hoger verbruik en hogere vermogenspieken gaat bestraffen met een hoger tarief.
Vermogenspiek en Capaciteitstarief
Vanaf juli 2022 zullen jullie netwerkkosten voor 80% berekend worden op basis van de hoogste vermogenspiek die je per maand hebt verwekt. Sinds vandaag is deze zichtbaar gemaakt in “Mijn Fluvius”. Ik heb alvast eens een kijkje genomen. Ik heb zelf voor maart een vermogenspiek van 5,1 kW en voor april van 4,4 kW gevonden (op het moment dat ik met twee kookplaten kook).
MAAR WAT ZIJN NU DE GEVOLGEN VANAF 2022 ?
VREG stelt voor verbruikers met een analoge meter een forfait in van 2,5 kW en voor mensen met een DM een minimum van 2,5 kW.
Verbruikers met een analoge meter kunnen dat forfait van 2,5 kW niet overschrijden. Zij zullen dan in elk geval een bijdrage betalen op de netwerkkosten (ook als zij een heel jaar lang geen verbruik hebben).
Verbruikers met een digitale meter hebben datzelfde forfait van 2,5 kW, maar daar wordt nog een stapje verder gegaan. VREG heeft voor zichzelf uitgemaakt dat vanaf een piekvermogen van 3,15 kW een hoger bedrag aan netwerkkosten zal worden aangerekend.
HOE WORDT DIT DAN BEREKEND ?
Aan de hand van de gemiddelde vermogenspieken van de laatste 12 maanden, als een voortschrijdend gemiddelde. Dus voor één kerstfeestje met familie, ga je dus een heel jaar lang meer betalen voor je netwerkkosten, tot je volgende kerstfeestje. Want dan heb je weer zo’n hoge piek. Als je een maand op vakantie gaat wordt je hoe dan ook, nog altijd een maandpiek van 2,5 kW aangesmeerd, hoewel je misschien helemaal niets hebt verbruikt.
CONCLUSIE
De minimale dienstverplichting van Fluvius ligt ongeveer op 4,6 kW vermogen, die gegarandeerd moet zijn (dit komt overeen met een hoofdzekering van 20 Ampère bij een mono-fase aansluiting). VREG gaat dus extra netwerkkosten aanrekenen vanaf 3,15 kW en heeft een forfait van 2,5 kW zodat je zeker je gemiddelde niet naar omlaag krijgt door een maand op vakantie te gaan.
Heel die tariefstructuur is er gewoon voor gemaakt om extra netwerkkosten te kunnen aanrekenen en heeft niets te maken met toenemende netwerkkosten. Want ook nu is Fluvius in staat om de minimale dienstverplichting na te komen en moet daarvoor zijn netwerk NIET versterken.
DIT IS PURE DIEFSTAL
Samen zijn wij ook sterk